Pannen gered. Leven veranderd.

Er zijn twee soorten mensen. Mensen die rijst afwegen, koken, afgieten, klaar. En mensen die tahdig hebben gegeten. Rijstkokers daargelaten.

Want ergens in 2007, in een eettentje in noord Teheran, at ik voor het eerst tahdig. Dat goudbruine, knapperige, karamelachtige korstje op de bodem van de pan. De rijst erboven: luchtig, los, elk korreltje apart. Ik was verkocht. En verpest. Voor altijd.

Het probleem met gewone rijst
Gewone rijst is gekookt zetmeel. Prima. Functioneel. Maar ook: saai. Rijst wordt pas lekker als er iets mee gebeurt. Textuur. Crunch. Een laagje dat je van de bodem moet peuteren omdat iedereen het wil.

Mijn twee go-to's
Chelo met tahdig – de Iraanse manier. Rijst voorkoken, afspoelen tot het water helder is (ja, echt), terug in de pan met boter, een beetje olie en meer zout dan gezond is, handdoek om het deksel, laag vuur, geduld. Het resultaat: een gouden korst die je omdraait als een taart.

Rijst met orzo – de Ottolenghi-route. Rijst weken, orzo bakken in boter tot goudbruin, rijst erbij, bouillon, theedoek om het deksel, koken. Simpeler, ook lekker, andere vibe.

Zelfs rijst kan de showstopper van je kerstdiner zijn

De tip die alles veranderde
Ik heb pannen verpest. Tahdig die vastplakte. Tahdig die geen tahdig werd maar gewoon aangebrande rijst. Die lijn tussen goudbruin en zwartgeblakerd blijkt vrij dun. Tot ik Persiana las. Sabrina Ghayour. Eén tip. Game changer.

Frommel een velletje keukenpapier op. Trek het weer uit elkaar. Leg het op de bodem van de pan voordat je de boter, olie en zout erin doet.

Pannen gered. Leven veranderd.

 

Het recept voor tahdig recept vind je hier.
Rijst met orzo: Jeruzalem (Yotam Ottolenghi), pagina 103

Previous
Previous

Auditie van de bijgerechten

Next
Next

Zondagochtend, pannenkoekenuur 🥞